Ons volkslied

Vrienden GUG

Info voor toeristen

    0481-421408 06-1387 66 24

 
 
Keuvelen met Theo en Jacqueline de Bruin Terug Vépé
   
Deze pagina wordt mede mogelijk gemaakt door een Gendtse Vriend
 
 
 
 
 
 

 

 

 

  Foto bestellen?
 

Vanaf 1 april zwelt ons durp stevig aan met tijdelijke inwoners. Mensen die dan graag ien ons durp willen wonen, recreëren en boodschappen doen. Wat trekt ze naar Gendt? Om antwoord te krijgen zoekt GuG deze mensen op. In hun caravan, tent, camper, stacaravan of huurchalet op Camping Waalstrand van Roger Cornelissen en Anciëlla Tap.

Keuvelen met Theo en Jacqueline de Bruin

Op zoek naar onze gasten is Camping Waalstrand tot op de laatste staanplaats volgeboekt. Een plek aan de waterkant is het meest in trek. Lukt dat niet, dan is de tweede of derde ring vaak geen reden om niet naar de Gendtse riviercamping te komen. Roger en Anciëlla weten dat vaste gasten graag terugkomen. Uit heel Nederland, tot ver in Duitsland. Uh, het huis van Theo en Jacqueline staat in Nijmegen!

Een gemoedelijk onder-ons-gesprek. Gendt is nog een rustig dorp dat niet wordt opgeslokt door de stadse hectiek, zegt Theo. “Ik hoor hier niet zo erg veel loeiende sirenes van politie en ambulances.”

Boel de boel

Theo (69) geniet met volle teugen van zijn pensioen. Zijn vrouw (63) mag nog even werken. Als het even kan zijn ze in het campingseizoen in Gendt. Om de boel de boel te laten, zegt Theo ontspannen.

De Bruintjes uit Nijmegen staan met hun caravan voor het vierde jaar op Camping Waalstrand. Nu hebben ze een vaste plek in het kleine straatje aan de waterkant. Iedereen kent elkaar, vertelt Jacqueline. Naast hun staat de caravan van zijn broer Hans en zijn vrouw. Ze kwamen eerst op visite en waren daarna ook verkocht aan de riviercamping.

Veel campinggasten kennen elkaar, vult Theo aan. Niet dat ze elkaar dagelijks opzoeken, maar elkaar kennen en begroeten maakt het leven op de camping best aangenaam. Bovendien zijn de campinggasten van ‘iets oudere’ leeftijd die voor de rust komen. Op de camping ervaart Theo dat zijn leven in de eerste versnelling staat. De boel de boel laten. Omdat hun thuisbasis Nijmegen is, krijgen ze regelmatig bezoekjes van bekenden. Kennissen en familie uit Nijmegen, Arnhem en Lingewaard. Ze komen graag buurten. Geen dag is hetzelfde, legt hij uit. “Je krijgt zomaar bezoek van iemand van Groeten uit Gendt die wil praten over het verblijf in Gendt.”

De kennismaking met Camping Waalstrand berust een beetje op toeval en noodzaak. Omdat de moeder van Jacqueline ziek was en aandacht vroeg, zochten ze voor hun vakantie een camping dichtbij huis. De rivier en de centrale ligging hebben in hun keuze de doorslag gegeven. Ze heeft op het kantoor van de NYMA in Nijmegen gewerkt. Het uitzicht op het water is haar altijd als een positieve ervaring bijgebleven.

Onder de gasten van de camping is de Waal misschien wel het meest besproken onderwerp. Theo lacht. “Het heeft echt zoveel aantrekkingskracht.” En wat de werkelijke reden is moet ook hij naar gissen. Op dat moment komt het motorvrachtschip Estate voorbij waren. De joekel van een schip is een koppelverband, dat wil zeggen met twee schepen achter elkaar. De 2 Caterpillar van ruim 1500 PK elk zorgen voor behoorlijk wat decibels om de volgeladen scheepsruimen met containers stroomopwaarts te duwen. Waarom maakt een schip op de rivier geen herrie en een vrachtwagen op de weg wel. Een vraag die snel wordt beantwoord. Nou, zegt Theo, ’s nachts word ik van het geronk vaak wakker. De hilariteit groeit. Theo gaat er voor zitten. “Je hoeft deze mooie camping niet te positief omschrijven. Dan breng je alleen maar nog meer mensen op het idee.”

Theo heeft eigenlijk geen verklaring voor de aantrekkingskracht van de Waal. Hij tuurt vanuit de voortent met een schuine blik over het water en zegt: “Moet je eens kijken. De boten varen heen en weer. En dat is het dan.”

Jacqueline en Theo zijn ervaren kampeerders. Ze hebbend de hele ontwikkeling meegemaakt. Vanaf  een tweepersoon tentje. Toen was het nog echt kamperen, mijmert Theo vanuit zijn comfortabele tuinstoel. Toen was kamperen nog zonder overbodige luxe zoals nu, zegt hij op stoere bijna jongensachtige toon. Voor de tent werd op een 1-pits primustoestelletje eten gekookt, zo laat hij merkbaar graag weten. ”En als het vlees in het gras was gevallen werd het weer gewoon terug in de pan gelegd.”

Luxe

De bezoeker kijkt om zich heen. In de voortent ontbreekt het de Nijmeegse Bruintjes aan niets. Er staat zelfs een oventje. De stoerheid verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ook wij kunnen op de camping niet meer zonder onze luxe voorzieningen, verzucht Theo. Afbakbroodjes uit de oven zorgen wel voor een lekker ochtendontbijt, zo klinkt het bijna verontschuldigend. Het gesprek mondt uit in het ontbreken van een bescheiden campingwinkel, waar je in ieder geval vers brood kunt kopen. Maar dat weegt volgens Theo niet op tegen de rust van een relatief kleinschalige camping. Boodschappen doen ze wel in het dorp, is het devies. Eigenlijk hebben we alles dichtbij, vertelt hij. “En als we uit eten willen gaan we op het terras van Hans en Ingrid zitten. Dichtbij, eenvoudig maar erg lekker.”
 

  Het straatje. Iedereen kent elkaar.
 
 

Naar het archief van de camping