Iedere maand klopt GuG ergens in ons
zorgcentrum St. Jozef aan voor een
gesprekje. Zomaar een gesprekje met een
bewoner. Dankzij Bloemsierkunst de Gent
mag GuG de bewoner verrassen met een
boeket.
Gewoonlijk passen de meiden van De Gent
het boeketje aan met de vraag of het
bestemd is voor een man of vrouw. Een
genderneutraal boeketje kan ook. GuG
kreeg gezien het zomerse weer een
prachtig zomerboeket mee, voor een man
of vrouw. Na kennismaking met Loes
Lentjes (88 jaar) blijkt het een schot
in de roos. Loes is het zonnetje in huis
van St. Jozef.
Familiefoto
Ze haalt meteen een vaas uit de kast.
Een prachtig boeket, zegt ze dankbaar.
Terloops maken we kennis. “Zo, dus je
wilt een gesprek met mij. Ik zou niet
weten waarover dat moet gaan.” De
bezoeker bekijkt een familiefoto aan de
muur. Het gesprekje is al spontaan
begonnen. Met trots vertelt Loes dat ze
drie achterkleinkinderen heeft. En de
vierde is op komst bij Rick, vult ze
aan.
De kamer is gevuld met een voelbaar
plezierige stemming, maar even komt er
een gedenkmomentje. Op de foto staat
haar man. Wim is in 2016 overleden. Wim
had op het laatst veel zorg nodig, zegt
ze zonder dramatisch te doen. In rap
tempo raast ze door de geschiedenis.
Haar man heeft in de Batouwstraat hun
huis gebouwd. Daarna zijn ze verhuisd
naar een seniorenwoning in de Windroos.
“Echt, het was daar zo gezellig. Bij ons
was het altijd een zoete inval. Ze
vragen me nog steeds om terug te komen.”
Bejaardenhuis
Maar de Windroos is een gesloten boek.
Zelf was ze er nog niet aan toe om naar
het ‘bejaardenhuis’ te gaan. Maar op
advies van haar kinderen en
kleinkinderen heeft ze de stap toch
gemaakt. Ze hapte pas toe met een kamer
met uitzicht op de Nijmeegsestraat.
Sinds december 2016 woont ze veilig en
wel in St. Jozef. “Ik heb nooit één dag
spijt gehad.”
Ze praat honderd uit, maar ineens stopt
ze. Ik vergeet de koffie,
verontschuldigt Loes. De klets gaat door
ze als ze de koffie inschenkt. Een
aardig aangeboden koek kan de gast
gevoelsmatig niet weigeren.
Werktafel
De kamer ziet er niet uit als van een
oude dame die eenzaam wegkwijnt. Haar
gevulde werktafel oogt volop
bedrijvigheid. Een van haar hobby’s is
wenskaarten maken. In de kast staat een
puzzelboek van 150.000 woorden.
Cryptogrammen oplossen doet ze ook
graag. “Ik moet wat te doen hebben.
Overdag staat dat ding (tv) bijna nooit
aan.”
|
Ach, ik heb het zo goed hier, laat ze
met een opgewekte stem weten. Het
personeel zijn volgens haar kleine
juweeltjes. “Het zijn allemaal zulke
lieve mensen. Ze doen alles voor je” Een
speciaal plekje heeft ze toch ingeruimd
voor haar dochter. Lidy Basten is haar
steun en toeverlaat. “Ze is mijn
goudklompje.”
Het gesprek wordt onderbroken door
Angelique Strijland. De huishoudelijk
hulp ziet dat er bezoek is en roept
straks terug te komen. Loes is er niet
mee eens. “Ach meid, kom er maar gewoon
in hoor.” De klets wordt gewoon met z’n
drieën voortgezet. Net als op de
Windroos is het ook hier een zoete
inval, legt ze graag uit. “Leve de lol.
Je moet in het leven niet zitten te
kniezen.”
Met graagte vertelt ze een anekdote. In
de woning in de Windroos was ze gevallen
en kon niet meer overeind komen. Haar
kleinkind Kevin Basten kwam oma e hulp.
En wat zei tie? “De jackpot is gevallen.
”Haar uitbundige lach spreekt boekdelen.
Als Angelique de deuren nat afneemt gaat
de deur alweer open. Marga Willemsen
komt binnen. Ben je al bij Gré geweest,
vraagt Loes met belangstelling. De GuG
bezoeker kijkt zichtbaar met een
vragende blik. Gré heet eigenlijk Greet
en is de 91-jarige zus van Loes die ook
in St. Jozef woont. Marga is petekind
van Loes. Ze komt bijna wekelijks op
bezoek.
|
Op het hoogtepunt van haar gastvrijheid
probeert de bezoeker afscheid te nemen.
Het is immers twaalf uur. Iedereen gaat
dan massaal richting restaurant waar het
warme middageten wordt opgediend. Ze
kunnen best even op mij wachten, meent
Loes. Ze moet de gast nog een
zelfgemaakte wenskaart meegeven. En een
chocolaatje voor onderweg. De
huishoudelijke hulp krijgt er ook een
aangereikt. Maar Angelique wil eest haar
stofzuigklus afmaken. “Pak het straks
zelf maar. Doei”
En met ferme passen
vertrekt ze achter haar rollator met de
GuG gast richting de lift. Als je hier
’s avonds om negen uur loopt, kom je
niemand meer tegen. Alles ligt dan al op
bed, vertelt ze. “Nou, ik slaap niet
voor twaalf uur.” En als ze dan wel in
bed ligt, pakt ze een boek, zegt de
88-jarige Loes Lentjes monter.
|